Aan de Staatshoofden van alle lidstaten van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties,
Op dit moment zijn er, in elk land ter wereld, veel kinderen die in stilte lijden onder de gevolgen van geweld. Dit geweld neemt vele vormen aan: tussen kinderen onderling op straat, op school, in het gezin en in de samenleving. Er is fysiek geweld, psychologisch geweld, sociaal-economisch geweld, omgevingsgeweld en politiek geweld. Veel kinderen – te veel kinderen – brengen hun leven door in een cultuur van geweld.
Wij willen een bijdrage leveren aan het verminderen van hun lijden. Wij geloven dat elk kind zelf kan ontdekken dat geweld niet onvermijdelijk is. Wij kunnen hoop bieden, niet alleen aan de kinderen in de wereld maar aan alle mensen, door een begin te maken met het scheppen van en het bouwen aan een nieuwe Cultuur van Geweldloosheid.
Dit is de reden waarom wij deze plechtige oproep richten tot alle staatshoofden van alle lidstaten van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties opdat de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties verklaart:
- Dat het eerste decennium van het nieuw millennium, de jaren 2000-2010, wordt uitgeroepen tot “Decennium voor een cultuur van geweldloosheid”;
- Dat bij de aanvang van dit decennium, het jaar 2000 wordt uitgeroepen tot het “Jaar van scholing tot geweldloosheid”.
- Dat gedurende dit decennium geweldloosheid wordt onderricht op elk niveau van onze maatschappijen zodat de kinderen van de wereld zich bewust worden van de echte, praktische betekenis van geweldloosheid in hun dagelijks leven en van de voordelen die dit voor hen meebrengt, en teneinde het geweld, en het daaruit voortvloeiende lijden, dat bij voortduring tegen hen en tegen de mensheid in het algemeen is uitgeoefend, te verminderen.
Samen kunnen we een nieuwe cultuur van geweldloosheid opbouwen die hoop zal bieden aan alle mensen en in het bijzonder aan de kinderen in onze wereld.
Met oprechte gevoelens van hoogachting,
De Nobelprijswinnaars voor de Vrede,
1 juli 1997
Adolfo Perez Esquivel | Nobelprijs voor de Vrede 1980 | ||
Aung San Suu Kiy | Nobelprijs voor de Vrede 1991 | ||
Betty Williams | Nobelprijs voor de Vrede 1977 | ||
Carlos Felipe Ximenes Belo | Nobelprijs voor de Vrede 1996 | ||
De 14e Dalai Lama (Tenzin Gyatso) | Nobelprijs voor de Vrede 1989 | ||
Desmond Mpilo Tutu | Nobelprijs voor de Vrede 1984 | ||
Elie Wiesel | Nobelprijs voor de Vrede 1986 | ||
Frederik de Klerk | Nobelprijs voor de Vrede 1993 | ||
Jose Ramos Horta | Nobelprijs voor de Vrede 1996 | ||
Joseph Rotblat | Nobelprijs voor de Vrede 1995 | ||
Lech Walesa | Nobelprijs voor de Vrede 1983 | ||
Mairead Corrigan Maguire | Nobelprijs voor de Vrede 1977 | ||
Mikhail Gorbatsjov | Nobelprijs voor de Vrede 1990 | ||
Moeder Teresa | Nobelprijs voor de Vrede 1979 | ||
Nelson Mandela | Nobelprijs voor de Vrede 1993 | ||
Norman Borlaug | Nobelprijs voor de Vrede 1970 | ||
Oscar Arias Sanchez | Nobelprijs voor de Vrede 1987 | ||
Shimon Perez | Nobelprijs voor de Vrede 1994 | ||
UNICEF | Nobelprijs voor de Vrede 1965 | ||
Yasser Arafat | Nobelprijs voor de Vrede 1994 |
Hoe de oproep tot stand kwam
De eerste persoon die het idee uitte dat geweldloosheid op school onderwezen zou moeten worden, was Thich Nhat Hanh. Marie-Pierre Bovy, die in 1996 voorzitter was van IFOR en die lid is van een gemeenschap gesticht door Lanzo del Vasto, suggereerde tijdens een gemeenschapsbijeenkomst in dat jaar dat er een “Jaar van Geweldloosheid” zou moeten komen.
Pierre Marchand, die 24 jaar geleden de humanitaire organisatie “Partage avec les Enfants du Monde” oprichtte en die IFOR vertegenwoordigt bij de UNESCO in het Culture of Peace programma, besloot de uitdaging aan te nemen door een wereldwijde campagne te lanceren.
Pierre Marchand maakte in Belfast een afspraak met een ander lid van IFOR, Nobelprijswinnaar Mairead Corrigan en zij stemde erin toe om de campagne te leiden. Een gulle donor, die gevraagd heeft om anoniem te mogen blijven, nam de kosten voor deze initiatieven op zich. Sri Loganathan, een van de leiders van de gandhiaanse beweging en een vriend van Vinoba Bhave, stelde voor dat kinderen al vanaf de kleuterschool onderricht zouden worden in geweldloosheid.
De tekst van de oproep werd door Pierre Marchand geschreven in een kinderdorp in India. Van daaruit reisde Pierre Marchand door naar Calcutta waar Moeder Teresa, die nog aan het herstellen was van haar derde operatie, de oproep ondertekende in haar ziekenhuisbed.
Aung San Suu Kiy was de derde Nobelprijswinnaar die tekende. Zij deed dit tijdens een lang gesprek dat ze met Pierre Marchand had in haar huis in Rangoon. Dit gesprek vond overigens plaats onder strenge bewaking.
Mairead Corrigan-Maguire en Pierre Marchand werden vervolgens in Washington ontvangen door tal van hoogwaardigheidsbekleders, waaronder de Dalai Lama en door mevrouw Sorensen in het hoofdkwartier van de Verenigde Naties. De heer Federico Mayor, Algemeen Directeur van UNESCO, mevrouw Carol Belamy, Algemeen Directeur van UNICEF, mevrouw Hildegard Goss-Mayr, erevoorzitter van IFOR en IFOR hebben sindsdien brieven ondertekend ter ondersteuning van de oproep van de Nobelprijs voor de Vrede.
Kort gezegd – de overeenstemming was er vanaf het begin. Op dit moment hebben alle Nobelprijswinnaars voor de Vrede (met uitzondering van 2 van hen, die we nog niet hebben kunnen bereiken) de oproep ondertekend.
Eind mei is er een brief verzonden naar alle staatshoofden om hen te informeren over de oproep van de Nobelprijswinnaars voor de Vrede en de door hen voorgestelde resolutie. De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties moet in staat zijn om de tekst – tijdens de volgende bijeenkomst in oktober 1997 – te behandelen. Als deze resolutie aangenomen wordt, hebben we pas de eerste stap gezet. Daarna gaat het echte werk beginnen: de beste voornemens van de wereldregeringen omzetten in concrete maatregelen.
Scholing is het sleutelbegrip. Scholing voedt de cultuur. Het is een interactief proces dat reeds bij het allerprilste begin van het leven zijn aanvang vindt.
We weten al dat we kunnen rekenen op de steun van honderden organisaties over de hele wereld bij het helpen opstarten van programma’s die zijn aangepast aan de cultuur en leefomstandigheden van kinderen, jongeren en volwassenen. Onder de organisaties die bereid zijn om te helpen, bevinden zich SERPAJ in Latijns Amerika, The Peace People in Ierland, de Mouvement Social in Libanon, ASSEFA in India, The House of Grace in Israel, Milijuli in Nepal en bovenal IFOR. De rol van IFOR zal bestaan uit het coordineren van de noodzakelijke stappen van gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, leraren, kunstenaars … van over de hele wereld. UNESCO en UNICEF zijn ermee accoord gegaan om de geest en de doelstellingen van deze Appeal in hun programma’s te integreren.
De oproep van de Nobelprijswinnaars voor de Vrede werd officieel gelanceerd tijdens een persconferentie in Parijs op 1 juli 1997.
Er werd een paginagrote advertentie geplaatst in Le Monde (een van Frankrijks belangrijkste en meest gerespecteerde dagbladen), er zijn artikelen verschenen en er werden radio- en tv-interviews opgenomen met Pierre Marchand, Mairead Corrigan-Maguire, Nelsa Curbelo, coordinator van SERPAJ-Al en Arun Gandhi, kleinzoon van Mahatma Gandhi en supporter van de oproep.
Een tweede persconferentiem, die in samenwerking met de FOR, IFOR’s afdeling in de VS, begin september in New York plaatsvindt, moet helpen om het initiatief oner een nog groter publiek bekendheid te geven.
Juli 1997
Voetnoot:
Thich Nhat Hanh is oud-voorzitter van de World Conference on Religion for Peace, Deken van de Van Anh Universiteit, auteur van 75 boeken en werd door Martin Luther King voorgedragen voor de Nobelprijs voor de Vrede